Bij kennisveiligheid gaat het in de eerste plaats om het voorkomen van ongewenste overdracht van gevoelige kennis en technologie. Van ongewenste overdracht is sprake als onze nationale veiligheid in het geding komt. Kennisveiligheid richt zich daarnaast op heimelijke beïnvloeding van onderwijs en onderzoek door andere staten. Die inmenging brengt de academische vrijheid en sociale veiligheid in gevaar. Kennisveiligheid gaat verder over ethische kwesties die een rol kunnen spelen bij samenwerking met landen die de grondrechten niet respecteren.
Bescherming van de nationale veiligheid is een kerntaak van de overheid. De Rijksoverheid speelt daarom een rol bij kennisveiligheid door kennisinstellingen te informeren, handelingsperspectief te bieden en - waar nodig - kaders te stellen.
Kennisinstellingen kunnen daarvoor vanaf 2022 terecht bij het Loket Kennisveiligheid van de Rijksoverheid. Hier krijgt u informatie en advies over aan kennisveiligheid gerelateerde vragen rond internationale samenwerking. Heeft u na het lezen van deze introductie nog vragen? Neem dan contact met ons op.
Het is belangrijk om gevoelige kennisgebieden binnen uw instelling nauwkeurig vast te stellen. Denk aan dual use technologieën en aan kennis die onethisch kan worden gebruikt. Breng ook uw ‘kroonjuwelen’ in kaart; de gebieden waarop uw instelling internationaal toonaangevend is, waardoor er risico’s op ongewenste kennisoverdracht aan zijn verbonden. Voer voor elk gevoelig kennisgebied een korte risicoanalyse uit.
Gebruik voor het inschatten van het risicoprofiel van een land openbare dreigingsinformatie, zoals het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren van NCTV, AIVD en MIVD. Raadpleeg daarnaast internationale ranglijsten. Er moeten bij u alarmbellen afgaan als een land slecht scoort op ranglijsten over academische vrijheid en respect voor de rechtsstaat. Een slechte score betekent niet meteen dat u beter geen samenwerking kunt aangaan met instellingen uit dat land aangaan. Wel moet u in dat geval goede voorzorgsmaatregelen treffen.
Verdiep u vervolgens in het kader van due diligence in de achtergrond van de buitenlandse partner of opdrachtgever. Let daarbij scherp op signalen als het ontbreken van informatie op internet of het feit dat de instelling bij niemand bekend is. Vraag u bij opdrachtgevers of onderzoeksfinanciers af welke motieven zij hebben en of een bepaalde uitkomst in hun belang is.
Bedenk dat u stap voor stap in een situatie van (financiële) afhankelijkheid terecht kunt komen. Betrek in het geval van mogelijke veiligheidsrisico’s uw veiligheidscoördinator. Leg beslissingen over het al dan niet in zee gaan met een risicovolle partner altijd voor aan uw instellingsbestuur.
Om wat voor dreigingen gaat het bij kennisveiligheid? Wat zijn de motieven van landen en staten en hoe gaan ze te werk? Hoe komen academische kernwaarden onder druk te staan? Voor meer informatie en achtergronden hierover verwijzen we u naar de Nationale Leidraad Kennisveiligheid.
Staten gebruiken uiteenlopende methoden voor het verwerven van kennis en technologie die zij kunnen inzetten voor militaire doeleinden, of voor doelen die indruisen tegen onze fundamentele waarden. Denk aan centraal aangestuurde talentenprogramma’s, het onder druk zetten van geëmigreerde (ex-)landgenoten, digitale spionageactiviteiten of het aantrekken van individuen op strategische posities.
Staten zetten ook samenwerkingsverbanden in als instrument. De academische samenwerkingspartner werkt dan als een verlengstuk van de overheid. Achter de ogenschijnlijk zuiver academische samenwerking schuilt dan een dubbele agenda.
Landen en staten doen ook aan beïnvloeding en inmenging. Zo willen ze meningen (over het land) te beïnvloeden of onderzoek naar onwelgevallige onderwerpen verhinderen. Deze landen proberen daarvoor greep te houden op landgenoten. De wetenschap dat hun herkomstland hen in de gaten houdt, zorgt voor angst bij de betrokken onderzoekers en studenten. Die angst leidt tot zelfcensuur en aantasting van academische kernwaarden.