Academische vrijheid
Academische kernwaarden als academische vrijheid en wetenschappelijke integriteit vormen het fundament voor hoger onderwijs en wetenschap in Nederland. Onderzoek moet plaatsvinden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen.
Het respecteren van deze kernwaarden is een voorwaarde om volwaardig mee te draaien in de academische gemeenschap. Academische vrijheid is uitermate belangrijk voor goede wetenschapsbeoefening, en daarom wettelijk geborgd in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Wat houdt academische vrijheid in?
De KNAW omschrijft academische vrijheid als ‘het beginsel dat medewerkers aan wetenschappelijke instellingen in vrijheid hun wetenschappelijk onderzoek kunnen doen, hun bevindingen naar buiten kunnen brengen en onderwijs kunnen geven’. Deze vrijheid geldt onder meer voor:
- de keuze van te onderzoeken thema’s;
- de keuze en toepassing van de eigen onderzoeksvragen en -methoden;
- de toegang tot informatiebronnen;
- het publiceren en delen van informatie via conferenties, lezingen en lidmaatschap van wetenschappelijke groepen;
- de keuze om samenwerking met wetenschappelijke partners aan te gaan;
- de invulling van het wetenschappelijk onderwijs.